ING positief over economische groei

ING positief over economische groei

De Nederlandse economie is naar verwachting in het derde kwartaal weer gegroeid. Dat blijkt uit de raming van ING Research voor zo’n 0,3% tot 0,5% kwartaal-op-kwartaalgroei op basis van de laatste maandcijfers. De cijfers die tot dusverre beschikbaar zijn wijzen op een behoorlijk groeicijfer. Toch blijft het economisch beeld over de komende tijd hier wat pover vanwege de nog kwakkelende wereldeconomie.

De Nederlandse economie verliet in het tweede kwartaal een recessieperiode die het gevolg was van hoge inflatie en een terugvallende goederenvraag in de wereldeconomie. Er was dat kwartaal een zeer sterke bbp-groei van 1,0% kwartaal op kwartaal, een zo sterke groei die moeilijk in het derde kwartaal te evenaren zou zijn. Nu is de vraag of de groei het afgelopen kwartaal heeft doorgezet en hoe sterk; vragen waar het CBS volgende week met de publicatie van eerste officiële groeicijfers het antwoord op geeft. ING Research dook voor een eerste inschatting al in cijfers die tot dusverre beschikbaar zijn over de economie in het derde kwartaal.

Productie en verkopen duiden op behoorlijke groei
In de Nederlandse industrie is de productie naar verwachting met zo’n 0,5% tot 1% gegroeid ten opzichte van het voorgaande kwartaal, afgaande op productiecijfers over juli en augustus en enquêtecijfers over september. Dat zou een goed cijfer zijn, zeker gezien het feit dat nog niet alles wel is in deze bedrijfstak, gezien de erg lage benutting van de productiecapaciteit die de industrie recent laat zien. Aardolie enauto's en trailers zijn de onderdelen van de industrie die de hoogste productiegroei laten zien, terwijl ook de machine-industrie, waar Nederland via de export in de afgelopen jaren veel aan heeft verdiend, ook nog een zeer redelijke productieplus van 1% rapporteert.

De productie van de bouw was recent erg volatiel, maar per saldo lijkt ook die sector af te stevenen op een behoorlijk groeicijfer over het derde kwartaal. Dat is best opvallend, gezien het lage aantal van eerder verstrekte bouwvergunningen.

De verkopen van de detailhandel stegen met 0,4% kwartaal-op-kwartaal, een redelijke opleving na een kwartaal van stilstand. We zien vooral de winkels in doe-het-zelfartikelen, kleding en schoenen en ook de online winkels het goed qua groei, terwijl de supermarkten juist minder verkopen laten zien. Een stijging van het aantal autokentekens wijst erop dat ook autoverkopers een groeikwartaal hebben gedraaid.

Hoewel we weten dat de (semi)publieke sector (zoals de gezondheidszorg, openbaar bestuur en defensie) trendmatig groeit als gevolg van vergrijzing en politieke keuzes, zijn over het derde kwartaal nog geen productie- of verkoopcijfers beschikbaar.
Dat gebrek aan harde cijfers geldt ook voor een groot deel van de commerciële dienstensectoren. Daarom is het ook van groot belang om ook naar cijfers over bestedingen te kijken. Vooral voor dienstensectoren die zich op consumenten richten, zoals recreatie & cultuur en restaurants, lijkt het veilig om uit te gaan van verkoopgroei in het derde kwartaal. Daarop wees ook ING-transactiedata.

Signalen vanuit bestedingen iets slechter, maar ook positief
De bestedingen van consumenten en bedrijven zien er voor het bbp iets minder gunstig uit dan de productie- en verkoopcijfers, maar zijn ook overwegend positief. De investeringen deden het tot dusver verrassend goed in het derde kwartaal. Mogelijk zit dit vooral in woningen en vervoersmiddelen, gezien de positieve bouwcijfers en gestegen aantal kentekenregistraties. Bedrijven reduceren waarschijnlijk hun voorraden verder; vooral producenten van de kleding, elektrische apparaten, metaalindustrie en rubber- en kunststofproducten gaven bovengemiddeld vaak aan hun voorraad groot te vinden. Wel is de verwachting dat de voorraadinkrimping in tempo afneemt naar zo’n 0,2%bbp, wat een opwaarts effect heeft op het cijfer voor de economische groei.

De consumptie van huishoudens laat waarschijnlijk een kleine plus, van enkele tienden van een procentpunt zien. Dat suggereren de eerste maandcijfers over de binnenlandse consumptie als ook onze transactiedata. Dit groei wordt mogelijk gemaakt door koopkrachtstijgingen. Wel lijkt het erop dat de Nederlandse consument in het buitenland juist wat minder heeft uitgegeven. Naast de huishoudens heeft ook de Nederlandse overheid waarschijnlijk meer geconsumeerd. Dat suggereert de groei van het aantal gewerkte uren in gezondheidszorg, onderwijs en met name openbaar bestuur in juli en augustus.

Met de goederenexport ging het daarentegen niet zo goed in het derde kwartaal: daar kan zomaar een krimp van 0,5% tot 1% uitkomen. Dat is enigszins verrassend, aangezien exportkrimp niet vaak gepaard gaat met groei in de industrie. Tegelijkertijd lijkt de goederenimport minder te zijn gedaald, waardoor de internationale handelsbalans naar verwachting een drukkend effect heeft gehad op de economische groei in het derde kwartaal. Dit effect is naar verwachting kleiner dan de positieve impuls van de ontwikkelingen in de consumptie, investeringen en voorraden. Bovendien zag de export van diensten, zoals het aantal overnachtingen van buitenlandse gasten en het vliegvervoer van passagiers en goederen er minder slecht uit dan de goederenexport.

Vooruitzichten toch wat zwakker
Marcel Klok, macro-econoom Nederland bij ING Research: “Al met al zijn we redelijk positief over het derde kwartaal en verwachten we daarvoor nu een hogere groei dan een aantal maanden geleden, zo’n 0,3% tot 0,5% kwartaal-op-kwartaal. Dit is echter geen reden om deze maand onze groeiverwachtingen over de gehele linie te verhogen. We hebben die Nederland zelfs wat verlaagd. Er kwamen recent nieuwe negatieve signalen, vooral uit de industrie. Zo bleek uit de maandelijkse enquête van de Europese Commissie dat de industrie in oktober pessimistischer werd over de verwachte verkoopprijzen en vooral over de productie in de komende maanden. Een negatiever sentiment in industrie belooft niet per se veel goeds voor zowel de export als de investeringen. Daarbij helpt de Amerikaanse dreiging van handelstarieven ook niet. De komende kwartalen is de groei naar verwachting dus gematigd en vooral afhankelijk van de consumenten en de (semi)publieke sector.”

Bron:

Deel artikel



Meest gelezen