Eurokandidaten erkennen belang van tuinbouw

Eurokandidaten erkennen belang van tuinbouw

De tuinbouw is als sector en keten van belang voor de Nederlandse economie, de vergroening van stedelijke gebieden en de voedselzekerheid in Europa. Wel dienen er nog stappen te worden gezet in de verdere verduurzaming van de sector. Alleen dan haalt de tuinbouw in 2027 de doelen uit de Kaderrichtlijn Water en kunnen bedrijven in 2040 klimaatneutraal zijn. Brussel moet daarbij de nodige hulp bieden door bijvoorbeeld haast te maken met het toestaan van nieuwe veredelingstechnieken. Dit geluid was te horen tijdens het EU-Plantdebat op 14 mei in Aalsmeer. Acht (kandidaat-)Europarlementariërs kruisten daar de degens met elkaar over thema’s die de tuinbouw raken.

Onder leiding van Evert van Helvoort, voorzitter van de Raad van Commissarissen van Royal FloraHolland, gingen Eveline Herben (BBB), Willemien Koning-Hoeve (CDA), Laura de Vries (D66), Lara Sibbing (GL-PvdA), Reinout van Malenstein (NSC), Bert-Jan Ruissen (SGP), Anna Strolenberg (Volt) en Bart Millenaar (VVD), met elkaar in debat. De PVV was ook uitgenodigd, maar ontbrak tijdens het debat. Aan de hand van stellingen debatteerden de (kandidaat-)Europarlementariërs over de thema’s: water, innovatie, klimaat en handel. In dat kader kwamen de Kaderrichtlijn Water, nieuwe veredelingstechnieken, de energietransitie en handelsverdragen aan bod.
 
Eerlijke prijs
Lara Sibbing (GL-PvdA) pleitte tijdens het debat onder meer voor eerlijk belonen en beprijzen. “Ook hebben we een eerlijk speelveld nodig, zodat de producten op onze Europese markt duurzaam zijn en duurzaam geproduceerd worden.” Verder vindt zij dat er een eerlijke verantwoordelijkheid nodig is van de hele keten. “Niet alleen van de primaire sector die nu heel vaak alles op z’n bordje krijgt.” Bart Millenaar (VVD) gaf aan dat de tuinbouw de doelen van de Europese Green Deal een heel eind kan halen, mits er een innovatiedeal komt. “Daarbij moeten we gaan kijken waar wetgeving innovaties in de weg staan.”
 
'Nationale kop'
Willemien Koning-Hoeve (CDA) waarschuwde dat lidstaten geen ‘nationale kop’ op Europees beleid moeten zetten, zoals Nederland vaak doet. Daardoor zijn de regels in ons land vaak strenger dan in omliggende EU-lidstaten. “Er moet veel ruimte voor innovatie komen omdat we daarmee de toekomst duurzamer kunnen maken.” Verder moeten bedrijven volgens haar extra tijd krijgen om te kunnen voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Laura de Vries (D66) wil in het politieke debat over de toekomst van boeren en tuinders niet polariseren. “Of boeren óf klimaat, daar ben ik niet van. Iedereen moet mee. Vanuit een rechtvaardigheidsperspectief vind ik dat we ervoor moeten zorgen dat we nog voedsel hebben morgen. Maar dat moeten we wel op een duurzame manier doen, met oog voor klimaat en een gezond milieu.”
 
Geen superstaat
Bert-Jan Ruissen (SGP) hamerde op het centraal stellen van ondernemerschap. “De tuinbouw is belangrijk voor de voedselproductie wereldwijd, maar ook omdat wij gewoon een enorme voorloperspositie hebben waar we zuinig op moeten zijn. We moeten af van de stapeling aan regels. Europa moet zich beperken tot haar kerntaken, ze moet geen superstaat worden.” Reinout van Malenstein (NSC) noemde biotechnologie en nieuwe veredelingstechnieken de sleutel tot verduurzaming van de sector. Europa moet deze technieken volgens hem niet reguleren als genetisch gemodificeerde organismen. “Anders verdwijnen die technieken naar het buitenland”, waarschuwde hij. Ook pleitte hij voor goede handelsverdragen met niet-EU-landen. “Het is echter lastig om na te gaan of landen zich aan zo’n verdrag houden. Daar moet dus controle op komen, anders wordt de EU overspoeld met oneerlijke concurrentie.”
 
Gesloten teeltsyteem
Eveline Herben (BBB) noemt de tuinbouw een strategische sector voor de voedselzekerheid in Europa, voor het vergroenen van stedelijk gebied, het welzijn van mensen en voor de kennisstructuur. “Europa moet de glastuinbouw daarom erkennen als ‘controlled environment agriculture’, oftewel een sector waarin gesloten en circulair wordt geteeld. Daar wordt nu totaal geen rekening mee gehouden in regelgeving en beleid in Brussel.” Anna Strolenberg (Volt) ziet voor de tuinbouw een grote rol weggelegd als het gaat om het voedsel van de toekomst: plantaardig eten. “Laten we kijken hoe de glastuinbouw die zo’n koploperspositie heeft, kunnen helpen om die te behouden.” Daarvoor is volgens haar een gelijk speelveld in Europa nodig. “Dus dat we overal evenveel heffingen betalen over emissies en technologie eerlijk verdelen, waarbij we ook kritisch zijn over wat wel en niet kan.”
 
Organisatoren
Het EU-Plantdebat 2024 werd georganiseerd door Glastuinbouw Nederland, Plantum, GroentenFruit Huis en Royal FloraHolland in samenwerking met LTO Nederland, Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB), Royal Anthos, Koninklijke Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO), Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijproducten (VGB), Koninklijke Vereniging Bloemist Winkeliers (VBW), Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO), Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV), CropLife NL en Artemis.

Bron:

Deel artikel



Meest gelezen