Jaarlijkse controle afvalwater bollentelers
Geplaatst op 31 oktober 2024
Gewasbeschermingsmiddelen die ziektes en schimmels tegengaan bij gewassen kunnen het slootleven aantasten. Middelen kunnen bijvoorbeeld in het oppervlaktewater terecht komen door afspoeling van ontsmetinstallaties, onvoldoende driftarme spuitdoppen- en techniek of door afstroming van percolaatwater van porriehopen. Daarom is het belangrijk dat ondernemers zorgvuldig omgaan met gewasbeschermingsmiddelen. Het Rijk toetst voortdurend de effectiviteit van maatregelen, ook die van het Besluit activiteiten leefomgeving waarin voorwaarden zijn opgenomen om het oppervlaktewater te beschermen tegen gewasbeschermingsmiddelen. Als de waterkwaliteit in sloten achterblijft, dan kan dit gevolgen hebben voor de teeltvrije zone en de toelating van middelen.
Juist gebruik en maatregelen
Het is belangrijk dat er bij de behandeling van de gewassen geen afstroming plaats kan vinden naar het oppervlaktewater. Maatregelen die dit voorkomen zijn: de ontsmetinstallatie beschermen tegen inregenen, porriehopen afdekken tegen vermenging met hemelwater en bij het planten een voldoende brede teeltvrije zone aanhouden. Voor een aantal gewasbeschermingsmiddelen is in het Wettelijk gebruiksvoorschrift een bredere spuitvrije zone opgenomen dan in het Besluit activiteiten leefomgeving. De strengste voorwaarde geldt dan. Bij het planten van de gewassen moet de teler hiermee rekening houden. Ook is het verplicht om geregistreerde driftreducerende spuitdoppen te gebruiken op de veldspuit. Daarnaast mogen, zelfs met een rugspuit, enkele middelen niet worden toegepast in het talud van de sloot.